Title: Just some Media info around the court house killings from
January 2003. (In Dutch) 

 

  Homepage         Disclaimer to these pages        Part XXc        Part XXI        Index to birth of Kweb

 

  
Back to Part 21

 

Extra text to 10 May 2003
Posted 29 June 2003

Ja ja, de tweede dag dat ik dit 'grote verhaal' weer opende was er zomaar plotseling een 'zwarte woensdag' in het juridische systeem. Om u de waarheid te zeggen, ik was zo blij dat er ditmaal geen dozijnen doden waren. Nee, dit was perfect, een drietal kleine 'probleempjes' ter overweging van het futiele juridisch hersenweefsel.

Maar na bestudering van de details vond ik dat Leeuwarder gemep nogal vreemd. Op geen enkele wijze kon ik een significant verband vinden. Hoewel dit duidelijk wel in het dodelijke stramien paste (dat het juridisch systeempje natuurlijk hartgrondig verdiend had met hun debieltjes uitspraken en hun lafbek gedrag) snapte ik hier niet veel van.

Uitsluitend en alleen als de verdachte telefonisch contact had gehad van tevoren dan zou dit verklaarbaar zijn. Natuurlijk weet ik hoe stom de lokale officieren van justitie zijn en ik wentel mij en in tevredenheid omtrent het feit dat er natuurlijk nooit enig onderzoek is gedaan naar een telefonische opdracht. Want laten we wel wezen, alles wat ik zeg is altijd lariekoek en zal altijd nooit onderzocht worden. En daarom kan ik rustig mijn gang blijven gaan net zo lang totdat een 'jurisische aanval' op mijn persoon beantwoord zal worden met 2 a 3 vliegtuigjes uit de lucht. Maar dan is het 'te laat' en zal de jurisdische aanval mooi niet plaatsvinden.....

Kletskoek van een geestelijk gestoorde? Nou, probeer het maar eens uit. Maar dan moet je mijn arrestatie wel in de krant zetten svp. Net als 9 dagen voor de Mombasa aanslag in Africa mijn geachte doch hersenweek juridisch weefsel. Ik ken de wet, en ik wil niet in uw klauwen, dus ik weet hoe ik schrijven moet. En tot slot; de beste stukken zijn altijd geschreven in bloed, jammer maar dat zijn de enige lessen die beklijven en als het zo moet wie ben ik dan om dit tegen to houden?  

Mag ik van tevoren en op deze plaats het geachte Openbaar Ministerie wederom eens verzoeken om gewoon 'normaal' te doen. Daaronder versta ik bijv het verstrekken van enige geldelijke middelen zodat ik eindelijk eens daadwerkelijk onderzoek kan doen naar het Milanese vliegtuig alsmede de schietpartij in Erfurt.
Ik ben mij terdege bewust van het feit dat het lokale Openbaar Ministerie dit soort verzoek altijd zal blokkeren omdat zij weten dat ik hun beschouw als een belangrijke wortel tot deze gebeurtenissen. Wederom mag ik debiteren dat het lokale OM een gedrag heeft dat men zou kunnen classificeren als lafbekgedrag, maar dit mag het lokale OM niet weerhouden van aub gewoon 'normaal doen'. 

 

Ik citeer het requisitoir van het Leeuwarder gemep dat plaatsvond op de tweede dag van heropening van het 'grote verhaal'. Voor alle duidelijkheid; Ik beschouw achteraf deze gebeurtenis als zijnde 'niet significant' dit in tegenstelling tot de andere twee tikjes van dat wat heet de zwarte woensdag. Ik citeer het gehele requisitoir:

Requisitoir zaak-De Marwei

Strafzaak tegen (naam verdachte) voor de Meervoudige Kamer
van de rechtbank Leeuwarden op 9 mei 2003

Woensdag 29 januari 2003: zwarte woensdag.

Een zwarte woensdag voor justitie.
 In Arnhem wordt een officier van justitie in gijzeling genomen. 
De afloop kennen we. 
 In Assen ziet een verdachte kans om zich voor de ogen van de rechter met een mes te verwonden. 
 En niet in de laatste plaats: de dood van een medewerkster van De Marwei. Doodgestoken door een gedetineerde.

Die medewerkster van De Marwei is (naam slachtoffer).
Zij is:
 op haar werk, 
 volkomen onverwacht, 
 volstrekt zinloos en 
 met bruut geweld van het leven beroofd.

Dit alles moet vreselijk schokkend zijn voor: 
 haar echtgenoot, kinderen en verdere familie, 
 haar vrienden en bekenden,
 en natuurlijk haar collega’s van met name De Marwei.

Het enige wat ik kan zeggen: mijn oprechte deelneming en heel veel sterkte voor de toekomst.

Ik vraag begrip voor het feit dat het vandaag misschien allemaal zakelijk en koel kan overkomen. 

We moeten hier een aantal vragen stellen en proberen te beantwoorden en daarbij staat vooral de daad en de verdachte centraal. 

Daarbij kunnen en mogen we niet vergeten dat (naam slachtoffer) het slachtoffer, het lijdend voorwerp, is.

In mijn requisitoir zal ik (naam slachtoffer) verder bij haar eigen naam noemen.

De Feiten

Wat is er precies op 29 januari 2003 gebeurd in de creativiteitsruimte van de gevangenis De Marwei?

Heel precies zullen we het nooit weten. 

Er waren uiteindelijk twee personen aanwezig en één daarvan is nu dood.
De ander is de verdachte.

De verklaringen van verdachte en ook het later opgemaakte deskundigenrapport geven niet dat inzicht dat ik/wij graag zou willen hebben.

- Waarom slaat en steekt verdachte iemand?
- Waarom op die dag en dat tijdstip?
- Waarom (naam slachtoffer)?
- Had het ook iemand anders kunnen zijn?
- Hebben “we” iets fout gedaan?

Wat mij betreft wordt door het uitgebreide en gedegen onderzoek van de politie en de rapportage van de deskundigen slechts een tipje van de sluier opgelicht.

Wat in ieder geval wel duidelijk is, dat is het sectieverslag.

Er is veel en heftig gestoken in de borstkast van (naam slachtoffer).
Er zijn verschillende vitale organen geperforeerd.
Aan dat letsel is (naam slachtoffer) overleden.

Verder blijkt dat (naam slachtoffer) ook een hoofdwond had, veroorzaakt door uitwendig mechanisch, hevig botsend geweld.
Dat kan zijn veroorzaakt door het hard slaan met een hamer.
Deze hoofdwond is echter niet de doodsoorzaak.

Verder is er letsel aan de handen aangetroffen die past bij het afweren van het steken.
Of (naam slachtoffer) zich ook daadwerkelijk heeft verweerd is niet duidelijk geworden. 

Verdachte heeft uiteindelijk, zo goed en zo kwaad als het gaat, verteld wat er is gebeurd.

Hij erkent het doden van (naam slachtoffer).

Hij geeft toe dat hij eerst keihard met een hamer tegen het hoofd heeft geslagen, waarna (naam slachtoffer) op de grond viel.

Toen zij op de grond lag heeft verdachte (naam slachtoffer) meermalen met kracht met een beitel in de borst gestoken.

De grote vraag: waarom heeft verdachte (naam slachtoffer) neergeslagen en vervolgens doodgestoken?

Ik citeer uit zijn verklaringen:

- “Ik voelde mij geestelijk helemaal niet goed.”
- “Ik was paniekerig, angstig en paranoia.”
- “Ik dacht dat die vrouw iets in mijn koffie had gedaan.”
- “Zij zei dat ik naar een kliniek moest en dat ik zou worden behandeld.” 
- “Er knapte iets in mijn hoofd.”
- “Het is in een opwelling gebeurd.”


Als ik vervolgens het deskundigenrapport lees, over hoe verdachte in elkaar zit en hoe hij met zijn problemen om gaat, dan kan ik mij bij deze verklaringen wel wat voorstellen.

Ik wil hierbij heel duidelijk benadrukken dat uit de verklaringen van verdachte, in het bijzonder zijn laatste verklaring van 4 februari 2003, blijkt dat verdachte tot op zekere hoogte precies weet wat hij heeft gedaan.

Toen er dan blijkbaar iets in zijn hoofd knapte, heeft verdachte heel doelbewust en doelgericht gehandeld.
 Met de hamer die hij in zijn hand had slaat hij (naam slachtoffer) keihard tegen het hoofd.
 Hij ziet dat (naam slachtoffer) op de grond valt.
 Hij steekt (naam slachtoffer) meermalen, meer dan tien keer, keihard in haar linker borst met een beitel.

Hij heeft zodanig gestoken dat het niet anders kon dan dat (naam slachtoffer) daaraan moest overlijden.
Ondanks zijn geestelijke afwijking, waarop ik later uitgebreid zal ingaan, kan mijns inziens onder deze omstandigheden niet worden gezegd dat bij verdachte elk inzicht ontbrak in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen.

Ook deze verdachte kon en kan begrijpen dat door het steken met de beitel in de borstkast van (naam slachtoffer) haar dood kon worden veroorzaakt.

In het onderzoek van de politie zijn natuurlijk ook de nodige getuigen gehoord. 

Men heeft geprobeerd duidelijk te krijgen wat er precies aan de steekpartij is voorafgegaan en wat er daarna is gebeurd.

Directe getuigen zijn er niet.

Zelfs de getuige die in een lokaal tegenover de creativiteitsruimte zat -(naam getuige I)- heeft in het geheel niets gehoord of gemerkt. 

Voor de beantwoording van de vraag of er sprake is geweest van “voorbedachte rade” -dus van moord- is met name de verklaring van getuige (naam getuige II) van belang.

Getuige (naam getuige II): 
 Verdachte heeft een dag eerder -dus op dinsdag 28 januari- gezegd: “morgen ben ik weg.”
 Verdachte was duidelijk anders dan anders: zenuwachtig.
 Verdachte zat de hele tijd aan zijn gereedschap, de guts, te voelen.

Verder is van belang dat getuige (naam getuige III) verklaart dat hij op dinsdag 28 januari aan verdachte heeft verteld dat zijn overplaatsing naar een Tbs-kliniek -de Rooyse Wissel te Venray- aanstaande was.

Uit de verklaring van de moeder van verdachte blijkt dat de interne overplaatsing naar de BIBA en in het bijzonder de aangekondigde overplaatsing naar de Tbs-kliniek de gemoedsrust van verdachte negatief heeft beïnvloed.


Maar nu heel concreet: was er sprake van voorbedachte rade?
Is er sprake geweest van kalm beraad en rustig overleg in relatie tot het doden van (naam slachtoffer)?
Ik denk het niet.

Het zou kunnen zijn dat (naam verdachte) de actie vooraf heeft gepland. 

Het kan ook zijn dat er daadwerkelijk iets in zijn hoofd is geknapt en dat hij toen de gewraakte handelingen heeft gepleegd.

De deskundigenrapportage wijst sterk in deze laatste richting. 
Opgekropte angst die tot een uitbarsting is gekomen.
Een vulkaan die tot uitbarsting komt.

Dat brengt mij er toe dat ik het primair telastegelegde niet bewezen acht.

Wel kom ik, op basis van het bewijs, uit op het subsidiair telastegelegde, dat acht ik bewezen:

Dat verdachte op 29 januari 2003 in Leeuwarden opzettelijk (naam slachtoffer) van het leven heeft beroofd door middel van het steken met een beitel.

Doodslag.
Tot slot wil ik over de feiten nog dit zeggen.

Direct na de fatale steekpartij is er door het Openbaar Ministerie voor gekozen om -los van het strafrechtelijke onderzoek en met deskundigheid van buiten- een Rijksrechercheonderzoek te laten plaatsvinden naar de gang van zaken in De Marwei in relatie tot deze dramatische zaak.

Dat onderzoek is er met name gekomen om direct helder te krijgen:
 Hoe het zat met de plaatsing van verdachte in en binnen De Marwei;
 Hoe het zat met de procedures;
 Hoe het kon dat verdachte alleen was met (naam slachtoffer);
 enz.

Het enige wat ik nu wil aanhalen is de conclusie: het is niet gebleken dat het voorval in De Marwei heeft kunnen gebeuren door menselijk falen en/of onjuist gebruik van procedures.
Het gedrag van (naam verdachte) was niet voorzienbaar.


De persoon van de verdachte

Verdachte bezit de Joegoslavische nationaliteit.
Hij heeft zich in 1995 in Nederland gevestigd en is in het bezit van een verblijfsvergunning voor onbepaalde duur.

Verdachte is bekend bij politie en justitie.

Zijn strafblad begint in 1996 met vermogenscriminaliteit.

In 1997 is hij voor een ernstig geweldsdelict en bedreiging strafrechtelijk geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis (de zogenaamde artikel 37 Sr maatregel) .

In mei en juni 2001 heeft verdachte in Assen verschillende geweldsdelicten gepleegd.
Hij is ter observatie opgenomen geweest in het Pieter Baan Centrum. 
Daar kwam men tot de conclusie dat er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis en dat de feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend.

Op 17 april 2002 is verdachte door de rechtbank in Assen veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging.

Er is geen hoger beroep ingesteld en dat vonnis is dus onherroepelijk geworden.

Op 29 januari 2003, de dag van de fatale steekpartij, had verdachte de opgelegde gevangenisstraf reeds uitgezeten en was hij als passant geplaatst in De Marwei, in afwachting van plaatsing in een Tbs-kliniek.

Feitelijk zat verdachte op dat moment op de Beveiligde Individuele Begeleidings Afdeling, de BIBA.
Een afdeling waar de gedetineerden zitten, die extra aandacht verdienen en krijgen.


Uiteraard heeft er in deze strafzaak een nieuw persoonlijkheidsonderzoek plaatsgevonden.
De deskundigen hebben gebruikgemaakt van alle beschikbare gegevens en zij hebben uitgebreid met verdachte gesproken.

Ik vind dat het rapport duidelijk is. 

De deskundigen stellen dat er sprake is van een zeer ernstig psychiatrisch ziektebeeld: schizofrenie van het paranoïde type.

Tevens zijn er aanwijzingen voor het bestaan van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale kenmerken.

Wordt daar nog bijgevoegd de misbruik van cocaïne uit het verleden, dan zijn er in feite al drie “probleemgebieden”.

Op het moment van het plegen van het strafbare feit was verdachte floride psychotisch. Het ziektebeeld was dus toen actueel.
Hij werd daar volledig door in beslag genomen en van enige gezonde realiteitstoetsing of vrije wil was geen sprake.

Conclusie: verdachte was volledig ontoerekeningsvatbaar.

Deze conclusie van de deskundigen (volledig ontoerekeningsvatbaar) kan ik op basis van de bevindingen in de rapportage onderschrijven.

Consequentie: artikel 39 Wetboek van Strafrecht maakt dat verdachte onder de gegeven omstandigheden het feit niet kan worden toegerekend.

Een schulduitsluitingsgrond.

Wettelijk betekent dat:
1. Verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
2. Er is geen ruimte voor STRAF.

Daarmee is de zaak echter niet afgelopen.

De deskundigen zijn duidelijk: 
 Er is een grote kans op herhaling.
 Verdachte is detentieongeschikt en moet in feite zo spoedig mogelijk naar een sterk beveiligde afdeling van een Tbs-kliniek.
 De verwachting is dat het een langdurige behandeling zal worden met veel en voortdurende aandacht voor de veiligheid van het personeel en van bezoek.
 Of het ooit goed komt?

Advies: TBS met dwangverpleging.




Het is evident dat aan de voorwaarden voor een TBS met dwangverpleging is voldaan.
 Het feit is zeer ernstig: er is iemand gedood.
 Er is sprake van een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling en
 De veiligheid van de maatschappij eist de maatregel, zelfs dringend.

Ik realiseer mij terdege dat verdachte al een TBS met dwangverpleging heeft.

Desondanks is dat voor nu de enige passende maatregel. Er is geen enkel alternatief.

De juridische consequentie van het opnieuw opleggen van de maatregel van TBS met dwangverpleging is dat de eerder opgelegde TBS met dwangverpleging vervalt (artikel 38l lid 1 Wetboek van Strafrecht).

Het mag nu ook voor iedereen duidelijk zijn dat verdachte een man is met een probleem, een heel groot probleem.
Hij is gevaarlijk en behoeft dringend behandeling.

Of het ooit goed komt? Ik weet het niet, maar de maatschappij moet worden beschermd en daar moet de maatregel van TBS met dwangverpleging voor zorgen.

Tot slot: ik heb gisteren van het Ministerie van Justitie, die over de plaatsing van TBS’ers gaat, begrepen dat verdachte met voorrang zal worden geplaatst in een Tbs-kliniek. 
Waarschijnlijk in Veldzicht.
Die plaatsing is eerder een kwestie van dagen dan van weken.

Ik zal mij daar ook persoonlijk voor inspannen, want het is in ieders belang dat verdachte zo spoedig mogelijk naar een geschikte plek, een Tbs-kliniek, gaat.

Als de rechtbank mij volgt in mijn eis, kan het helpen als ook de rechtbank in het vonnis duidelijk uitspreekt dat het van groot belang is dat verdachte, dan veroordeelde, op de kortst mogelijke termijn wordt geplaatst in een Tbs-kliniek.

Eis:

Ontslag van alle rechtsvervolging

TBS met dwangverpleging

 

Nogmaals; Toeval of niet? Dit hangt af van de contacten die de verdachte had voor de daadwerkelijke aanval. Telefonisch contact of misschien een bezoeker die wat instruties gaf. Zoek het eens uit, let wel niet vaak zeg ik het volgende maar ik zeg het zeer zeker op deze plaats:

Zoek het eens uit godverdomme!

 

 

Back to Part 21

 

 

 

 

 

 

 


End of extra text.

 

 


  

 

 

 

 

_____________________________________________________________

  Homepage         Disclaimer to these pages        Part XXc        Part XXI        Index to birth of Kweb